Mantelzorg op afstand
Het ontwikkelen van een geavanceerde robot die ouderen, wijkverpleegkundigen en mantelzorgers ondersteunt. Dat is het doel van het internationale project Guardian. Vilans-onderzoeker en coördinator Henk Herman Nap: ‘Met de Guardian-robot weet de mantelzorger op afstand waar zijn naaste is gevallen en kan hij vervolgens – door de robot ernaartoe te rijden – een spreek-beeldverbinding tot stand brengen.’
Het project, dat 3 jaar duurt, is 25 februari van start gegaan op een kick-off bij Vilans. Daar waren zowel nationale als internationale samenwerkingspartners bij aanwezig. Aanleiding voor het project is de toenemende druk op de zorgprofessional en mantelzorger: een ontwikkeling die niet alleen in Nederland speelt, maar ook in omliggende Europese landen.
Mantelzorg op afstand
Nap: ‘Een grote uitdaging is dat mantelzorgers steeds moeilijker hun werk kunnen volhouden naast de zorgtaken die ze al hebben. En daar moet je ook nog eens de oplopende tekorten in de zorg bij optellen. Met Guardian willen we daarom een robot ontwikkelen waarmee de wijkverpleegkundige en mantelzorger ook op afstand zijn cliënt of naaste in de gaten kan houden. We richten ons daarbij op zorgprofessionals en mantelzorgers die voor thuiswonende ouderen zorgen.’
Sensoren voor radarbeelden
Nap: ‘De Guardian-robot gaat breder inzetbaar en een stuk geavanceerder worden dan bestaande modellen. Er zitten bijvoorbeeld sensoren in die net als een radar een nauwkeurig beeld creëren van het huis, zodat de robot weet waar de persoon is en wat er mogelijk aan de hand is. Ook kan de robot zich door het huis bewegen. Door een 4G-chip kan de robot daarnaast gebruikt worden als videotelefoon. De ogen van de robot zijn displays die emoties uit kunnen drukken of andere informatie kunnen weergeven. Je kunt er ook een extra computer op klikken waardoor de robot intelligenter wordt. En mocht de batterij van de robot leeg zijn, dan zoekt hij zelf een oplaadpunt.’
In co-creatie met ouderen
Nap: ‘We maken gebruik van bestaande modellen die we verder ontwikkelen. Dit doen we in co-creatie met ouderen, wijkverpleegkundigen en mantelzorgers. Met hen kijken we welke functionaliteiten écht meerwaarde hebben. Denk aan informatie over het welbevinden van de persoon, een gezondheidsanalyse en focus op valpreventie. Ook ontwikkelen we een app voor de wijkverpleegkundige en mantelzorger. Die ontvangt daar dan informatiekaarten op met gegevens uit de sensoren en meetinstrumenten.’
Ethische vraagstukken en businessmodelling
Nap: ‘Naast co-creatie nemen we in dit project ook businessmodelling en vraagstukken over ethiek vanaf het begin af aan mee. Zo wegen de commerciële samenwerkingspartners nu al de kosten en baten af. Ook bekijken zij in welk land de robot het beste geproduceerd kan worden. Ook denken we nu al na over wat de invloed is op privacy en transparantie en wat eventuele onvoorziene bijeffecten kunnen zijn.’
Vilans is projectcoördinator
‘Vilans-onderzoeker Dirk Lukkien richt zich in het project op ‘Responsible Innovation’ en ethiek. De Technische Universiteit Eindhoven heeft aandacht voor de sociale interactie tussen ouderen en de robot. Zo mag de robot niet te dichtbij komen, want dat werkt intimiderend. De universiteit van Geneve is bijvoorbeeld betrokken omdat zij expert is op gebied van het meten van fysiologische maten, geluk en kwaliteit van leven. Het bedrijf smartrobot.solutions en JEF zijn heel goed in het gebruik maken van de sensoren in de robot en het inzichtelijk maken met radarbeelden waar een persoon zich in de ruimte bevindt. Als Vilans sturen wij het project aan en zijn we verantwoordelijk voor het ethische management en de kennisverspreiding. Ook ondersteunen we de co-creatie met de eindgebruikers.’